browsede
- browse·de
vervoeging van |
---|
browsen |
browsede
- enkelvoud verleden tijd van browsen
- Ik browsede.
- Jij browsede.
- Hij, zij, het browsede.
- Ik browsede.
- Het woord browsede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
browsen |
browsede