Nederlands

 
High power pistool van Browning
Uitspraak
Woordafbreking
  • brow·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord browning brownings
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de browningm

  1. pistool met het magazijn voor de kogels in de kolf van het pistool
     Wat een dwaas zou ze zich voelen als ze zichzelf uiteindelijk zou aantreffen met de mond van de browning gericht op een koe.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

43 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen