browning
- brow·ning
- eponiem van Engels Browning, dat verwijst naar de Amerikaanse 19e-eeuwse ontwerper van vuurwapens J. Browning , in de betekenis van ‘soort pistool’ voor het eerst aangetroffen in 1947 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | browning | brownings |
verkleinwoord |
de browning m
- pistool met het magazijn voor de kogels in de kolf van het pistool
- ▸ Wat een dwaas zou ze zich voelen als ze zichzelf uiteindelijk zou aantreffen met de mond van de browning gericht op een koe.[3]
- Het woord browning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "browning" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ browning op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "browning" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Benjamin Black (vert. Arie Storm)“De geheime gasten”, 2e druk, e-book (2020), Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam, ISBN 9789021419411, hfst. 12
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be