Nederlands

 
[2] broodtrommel
Uitspraak
Woordafbreking
  • brood·trom·mel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord broodtrommel broodtrommels
verkleinwoord broodtrommeltje broodtrommeltjes

Zelfstandig naamwoord

de broodtrommelv / m

  1. Een afgesloten doos waarin boterhammen zitten om op het werk of op school te gebruiken
  2. Een, vaak geëmailleerde, doos waarin men in de keuken brood bewaart
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be