• (IPA in voorbereiding)
  • bron·kreeft·jes
enkelvoud meervoud
naamwoord bronkreeftjes
verkleinwoord

de bronkreeftjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bronkreeftje
  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bronkreeft
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (kreeftachtigen) Thermosbaenacea   een orde van kleine kreeftachtigen. Bronkreeftjes bezitten een oogloze kop zonder rostrum. De eerste antenne is tweetakkig, de tweede antenne   is eentakkig. De mandibel draagt een palp en er is slechts één paar maxillipeden.<br