palp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- palp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | palp | palpen |
verkleinwoord | palpje | palpjes |
Zelfstandig naamwoord
palp
- (zoötomie) een klein structuurtje dat zich op de buitenrand van de mandibel, de maxillula, de maxilla of de maxillipede van kreeftachtigen bevindt
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'palp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.