brexitschade
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brexit·scha·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brexit en schade
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brexitschade | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) economische schade als gevolg van het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie
Gangbaarheid
- Het woord 'brexitschade' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.