brandtrap
- brand·trap
- samenstelling van brand en trap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandtrap | brandtrappen |
verkleinwoord | brandtrapje | brandtrapjes |
de brandtrap m
- een trap die gebruikt kan worden in geval van nood als de gewone trappen en liften niet meer bruikbaar zijn
- Je moet de brandtrap altijd vrijhouden.
- Via de nooduitgang kom je bij de brandtrap.
- ▸ Af en toe wierp hij een blik op Haralds slaapkamerraam, waarachter het licht de hele tijd brandde. Vanaf daar liepen de brandtrappen zigzaggend naar beneden.[1]
- Het woord brandtrap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brandtrap" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be