• brand·spuit
enkelvoud meervoud
naamwoord brandspuit brandspuiten
verkleinwoord brandspuitje brandspuitjes

de brandspuitv / m

  1. een grote slang met een metalen eindstuk, bedoeld voor het spuiten van bluswater
    • Zet er nog maar een brandspuit op. 
98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]