Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandoffer brandoffers
verkleinwoord brandoffertje brandoffertjes

Zelfstandig naamwoord

de brandofferm

  1. een offerande waarbij de offergave verbrand wordt
    • Hij zei: Neem toch uw zoon, uw enige, die u liefhebt, Izak, ga naar het land Moria, en offer hem daar als brandoffer op een van de bergen die Ik u noemen zal.[1] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Gen. 22:2 (Herziene Statenvertaling).