branchevreemd
- bran·che·vreemd
- samenstelling van branche zn en vreemd bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | branchevreemd | branchevreemder | branchevreemdst |
verbogen | branchevreemde | branchevreemdere | branchevreemdste |
partitief | branchevreemds | branchevreemders | - |
branchevreemd
- van iets dat het niet past bij de bedrijfstak waartoe een bedrijf hoort
- ▸ "Uitgaven aan speelgoed gaan deels ook online, en ook buiten speelgoedwinkels om via branchevreemde spelers als drogisterijen, bouwmarkten, supermarkten en winkels in huishoudelijke artikelen", zegt Duijn.[1]
- ▸ Verder wil ze dat alleen winkels kunnen meedoen die minimaal 1000 boeken in hun assortiment hebben. Dat sluit grote 'branchevreemde' partijen zoals supermarkten en drogisterijketens uit.[2]
- ▸ Terwijl Bos en Vogelaar over geld ruzieden gingen de corporaties op steeds grotere schaal speculeren en meer branchevreemde projecten aan. Maar het Vestia-debacle kon niemand zien aankomen zegt Van der Laan: "Hier heeft verheimelijking een rol gespeeld."[3]
- Het woord branchevreemd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Ze zijn er nog, mensen die een speelgoedzaak beginnen” (Maandag 19 november 2018, 07:47), NOS
- ↑ Weblink bron “Boekhandels mogen meer cadeaus geven” (Vrijdag 15 juli 2016, 14:11), NOS
- ↑ Weblink bron “Van der Laan: het was wel veel” (Woensdag 2 juli 2014, 18:06), NOS