• bot·tom·line
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bottomline bottomlines
verkleinwoord

de bottomlinem

  1. wat, samenvattend, de uiteindelijke conclusie is; waar het in de basis op neer komt
     Bottomline: Kramer weet wat hij wil en wacht rustig af. Als er volgend jaar op de EK een 10 kilometer op het programma staat, verschijnt Kramer aan de start. Is die afstand er niet, dan geeft Kramer forfait.[2]
     De bottomline van beide China-kenners: er is onvoldoende over deze overname nagedacht. "Bij ADO dachten ze waarschijnlijk dat het geld binnen was en dat het daarmee geregeld was, maar in China begint het eigenlijk pas als het contract getekend is", aldus Nobels.[3]
     Volgens hem is de basis dat Wilders er zelf voor heeft gekozen om geen campagne meer te voeren. Hij zegt dat te begrijpen en te respecteren. "Maar als hij tot een andere afweging komt, nemen we alle noodzakelijke maatregelen om dat mogelijk te maken. De bottomline is dat we kunnen regelen dat dat kan."[4]
  2. het absolute minimum
  1. bottomline op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Kramer weet wat hij wil: de 10 km op een EK” (08-01-2016), NOS
  3.   Weblink bron “Waar gaat het mis tussen ADO en Wang?” (25-01-2016), NOS
  4.   Weblink bron “Rutte: Wilders kan veilig campagne voeren” (27-02-2017), NOS