bosvogelmelk

Nederlands

Bloem

Uitspraak

• Geluid:  bosvogelmelk    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• bos·vo·gel·melk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bos  en  vogelmelk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bosvogelmelk
verkleinwoord	bosvogelmelkje	bosvogelmelkjes

Zelfstandig naamwoord

de bosvogelmelk v / m

1. (bloemplanten) Ornithogalum pyrenaicum  een overblijvende plant uit de aspergefamilie (Asparagaceae ), vroeger (Cronquist indeling) ingedeeld bij de leliefamilie (Liliaceae ). Bloeiperiode van juni tot juli. De bloemen zijn tweeslachtig. Ze vormen samen slanke, rechtopstaande trossen van meer dan 20 bloemen, naar alle zijden gekeerd. Ze zijn zwak geurend. Alle bloemsteeltjes zijn nagenoeg even lang

Hyperoniemen

• vogelmelk, aspergefamilie, zaadplanten, eenzaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'bosvogelmelk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] bosvogelmelk in het Nederlands Soortenregister N
• [1] bosvogelmelk op Wikidata
• [1] bosvogelmelk op "Wilde planten in Nederland en België" ♣