bosmuur
  • bos·muur
enkelvoud meervoud
naamwoord bosmuur bosmuren
verkleinwoord bosmuurtje bosmuurtjes

de bosmuurv / m

  1. (plantkunde) Stellaria nemorum   een plant die op vochtige plaatsen groeit ook wel wilde rogge genoemd
59 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[2]