Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bos·klit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bosklit bosklitten
verkleinwoord bosklitje bosklitjes

Zelfstandig naamwoord

de bosklitv / m

  1. (bloemplanten) Arctium nemorosum   een tweejarige plant die behoort tot de composietenfamilie (Asteraceae  ). De soort komt van nature voor in Midden-Europa en is inheems in België
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie

  • [1] bosklit in het Nederlands Soortenregister N
  • [1] bosklit op Wikidata  
  • [1] bosklit op "Wilde planten in Nederland en België"