bosgeest

Nederlands

Blauwe Gerrit is een bosgeest

Uitspraak

• Geluid:  bosgeest    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbɔsxest / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• bos·geest

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bos zn  en  geest zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bosgeest	bosgeesten
verkleinwoord	bosgeestje	bosgeestjes

Zelfstandig naamwoord

de bosgeest m

1. fictieve, onstoffelijke wezens die in het bos leven

   • In de Fata Morgana vaar je door het Arabische dagelijkse leven uit het sprookje van Duizend-en-één-nacht. In Droomvlucht vlieg je in een droomwereld vol elfjes, pratende bomen en bosgeesten. Beide zeer bijzondere, maar wellicht ook de mooiste attracties van het park.  
   • Als Kai, een halfbloed opgevoed door bosgeesten, staat Reeves de titelhelden bij in hun wraakoefening. Onder aanvoering van Ôishi (Hiroyuki Sanada, terecht een ster in Japan) nemen zij het op tegen de man die hun meester op verraderlijke wijze de dood in joeg. De bittere consequentie van hun handelen nemen zij voor lief.  

Synoniemen

• woudgeest, sileen

Gangbaarheid

• Het woord bosgeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bosgeest" herkend door:

93 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.