Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bos·droog·bloem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bosdroogbloem bosdroogbloemen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bosdroogbloemv / m

  1. (bloemplanten) Gnaphalium sylvaticum   een overblijvende plant uit de composietenfamilie
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie