Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bos·bes·sen·taart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bosbessentaart bosbessentaarten
verkleinwoord bosbessentaartje bosbessentaartjes

Zelfstandig naamwoord

de bosbessentaartv / m

  1. (voeding) een taart belegd met blauwe bessen of blauwe bosbessen. Vaak bestaat zo'n taart uit een zanddeeg of kruimeldeeg, soms met een vulling als vanillecrème waarop de bessen wordt gelegd. Soms wordt een bosbessentaart belegd met deegkruimels of een raster van deegriempjes

Gangbaarheid

Meer informatie