borstkruis
  • borst·kruis
enkelvoud meervoud
naamwoord borstkruis borstkruizen
borstkruisen
verkleinwoord

het borstkruiso

  1. (religie) kruisvormig sieraad dat men voor de borst kan hangen, vooral in gebruik bij katholieken
     Paus Franciscus heeft de apostolische zegen verleend aan de ernstig zieke Tijn uit Hapert. De paus heeft de jongen ook een borstkruis en een foto van zichzelf gestuurd, meldt Omroep Brabant.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Paus verleent ernstig zieke nagellakker Tijn zegen” (Dinsdag 18 april 2017, 12:54), NOS