borrelnoot
- Geluid: borrelnoot (hulp, bestand)
- bor·rel·noot
- samenstelling van borrel en noot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | borrelnoot | borrelnoten |
verkleinwoord | borrelnootje | borrelnootjes |
- (voeding) een pinda met daaromheen een krokant laagje met kruidensmaak vaak met veel calorieën
- Voorbeeld? „Alleen op vrijdag de kroeg in als je geneigd bent te veel te drinken. Feestjes vermijden als je geneigd bent je te buiten te gaan aan het bier en de borrelnoten. Geen ongezond eten in huis halen.” [1]
- ▸ Haar rechterhand ging nu snel op en neer. Zoals een ontspannen huisvader dat op een reguliere zaterdagavond met de borrelnoten deed.[2]
- Het woord borrelnoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "borrelnoot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC Annemiek Leclaire 26 februari 2017
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be