borrelnootje
- bor·rel·noot·je
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | borrelnootje | borrelnootjes |
het borrelnootje o dim. tant.
- (voeding) een nootje (meestal een pinda) met een krokant laagje eromheen, meestal met een kruidensmaak
het borrelnootje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord borrelnoot
- Het woord borrelnootje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.