• bor·rel·noot·je
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord borrelnootje borrelnootjes

het borrelnootjeo dim. tant.

  1. (voeding) een nootje (meestal een pinda) met een krokant laagje eromheen, meestal met een kruidensmaak

het borrelnootjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord borrelnoot