Nederlands

 
Borgmoer met nylon ring
Uitspraak
Woordafbreking
  • borg·moer
Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van  borg  en  moer 

enkelvoud meervoud
naamwoord borgmoer borgmoeren
verkleinwoord borgmoertje borgmoertjes

Zelfstandig naamwoord

de borgmoerv / m

  1. v/m (werktuigbouwkunde) blokje met een gat dat van schroefdraad is voorzien zodat het op een schroefbout past en vanzelf vastklemt op de bout waardoor deze niet losgedraaid kan worden door trilling
Vertalingen


Gangbaarheid