borderlinepersoonlijkheidsstoornis

  • bor·der·line·per·soon·lijk·heids·stoor·nis
enkelvoud meervoud
naamwoord borderlinepersoonlijkheidsstoornis -
verkleinwoord - -

de borderlinepersoonlijkheidsstoornisv

  1. (psychologie) psychisch ziektebeeld met een aanhoudend patroon van sterke wisselingen in emoties, relaties met anderen, zelfbeeld en met een sterke impulsiviteit
     Er lijkt sprake te zijn van een aardverschuiving, 30 tot 40% van zowel het opgenomen als ambulante psychiatrische patiëntenbestand vertoont geen neurose of psychose meer (zoals lang werd gedacht), maar is ten prooi gevallen aan iets tussen beide stoornissen in: de borderlinepersoonlijkheidsstoornis (BPS).[1]
  • Als het nodig is om verwarring over de opbouw van het woord te voorkomen, kan volgens de toelichting bij spellingregel 6.C ook de schrijfwijze met een koppelteken worden gebruikt: borderline-persoonlijkheidsstoornis.
  1.   Weblink bron
    Jan Derksen
    “Het Borderline syndroom” (31 oktober 1989) op nrc.nl