boomsikkelwants
- (IPA in voorbereiding)
- boom·sik·kel·wants
- samenstelling van boom zn en sikkelwants zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomsikkelwants | boomsikkelwantsen |
verkleinwoord | boomsikkelwantsje | boomsikkelwantsjes |
- (halfvleugeligen) Himacerus apterus een wants uit de familie sikkelwantsen (Nabidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Johann Christian Fabricius in 1798. De mannetjes kunnen 8-10,5 mm lang worden, de vrouwtjes worden iets groter. Ze hebben een zwart connexivum,
- Het woord 'boomsikkelwants' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.