boodschapster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boodschapster (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbotsxɑpstər / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland):
- (Vlaanderen, Brabant):
- (Limburg):
Woordafbreking
- bood·schap·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van boodschappen met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boodschapster | boodschapsters |
verkleinwoord | boodschapstertje | boodschapstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de boodschapster v
- (beroep) vrouwelijke persoon die een bericht overbrengt
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'boodschapster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.