bonuskaart
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bonuskaart (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bo·nus·kaart
Woordherkomst en -opbouw
- [1] In de betekenis van “troefkaart”, aangetroffen in 1983, voor een vindplaats zie hieronder, in de betekenis van “klantenkaart”, voor het eerst aangetroffen in de jaren 1980. [1]
- samenstelling van bonus en kaart
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bonuskaart | bonuskaarten |
verkleinwoord | bonuskaartje | bonuskaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kaartspel) een extra kaart die door een bepaalde uitkomst of gewonnen slag uit een stapel getrokken mag worden
- ▸ Wie een slag met een troef wint mag of een bonuskaart trekken die een bepaald aantal punten oplevert of een troefkaart waardoor mogelijk de troefkleur verandert.[2]
- kaart waarmee vaste klanten gebruik kunnen maken van kortingsacties
Verwante begrippen
- [1] joker, troefkaart
- [2] klantenkaart, ledenkaart, ledenpas
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord bonuskaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Advertentie in: Amigoe (29-05-1986), Amigoe, Curaçao, p. 3 op Delpher.nl
- ↑ Weblink bron Kl. A. BoerBRIDGEN in: Nieuwsblad van het Noorden (12-11-1983), Nieuwenhuis, Groningen, p. 29 op Delpher.nl