bont bootsmannetje
- (IPA in voorbereiding)
- bont boots·man·ne·tje
- verbinding van bont en bootsmannetje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | bont bootsmannetje | bonte bootsmannetjes |
het bont bootsmannetje o dim. tant.
- (halfvleugeligen) Notonecta maculata een wants uit de familie van de Notonectidae (Bootsmannetjes). De soort werd het eerst wetenschappelijk beschreven door Johan Christian Fabricius in 1794
- Het woord 'bont bootsmannetje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.