boninstormvogel
- (IPA in voorbereiding)
- bo·nin·storm·vo·gel
- samenstelling van Bonin en "archipel van 30 subtropische eilanden ten zuiden van Tokio, Japan" en stormvogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boninstormvogel | boninstormvogels |
verkleinwoord | boninstormvogeltje | boninstormvogeltjes |
de boninstormvogel m
- (buissnaveligen) Pterodroma hypoleuca een vogel uit de familie van de stormvogels en pijlstormvogels (Procellariidae)
- stormvogels en pijlstormvogels, buissnaveligen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'boninstormvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.