• bom·ulls·frø
Naar frequentie 54928
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bomullsfrø     bomullsfrøet     bomullsfrø     bomullsfrøa
bomullsfrøene  
genitief   bomullsfrøs     bomullsfrøets     bomullsfrøs     bomullsfrøas
bomullsfrøenes  

bomullsfrø, o [1]

  1. (plantkunde) katoenzaad
    «Ved eksplosjonen kom en tank med dieselolje i brann, med den følge at et stort lager bomullsfrø gikk opp i flammer. [2]»
    Bij de explosie vloog een tank dieselolie in brand, waardoor een grote voorraad katoenzaad in vlammen opging.
  1. bomullsfrø Det Norske Akademis Ordbok (NAOB) (in het Noors; geraadpleegd 2020-05-10)
  2. AMRATAVI I INDIA uit "Arbeiderbladet" nr. 96, 1966-04-27, pagina 3 (in het Noors; geraadpleegd 2022-03-20)

bomullsfrø

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van bomullsfrø


  • bom·ulls·frø
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bomullsfrø     bomullsfrøet     bomullsfrø     bomullsfrøa  

bomullsfrø, o

  1. (plantkunde) katoenzaadolie

bomullsfrø

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van bomullsfrø