Nederlands

 
muskusboktor (Aromia moschata)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bok·tor·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boktorren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boktorrenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boktor
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (kevers) Cerambycidae   een familie uit de orde kevers
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie