boilerroompraktijk

  • boi·ler·room·prak·tijk
enkelvoud meervoud
naamwoord boilerroompraktijk (boilerroompraktijken) *
verkleinwoord - -

de boilerroompraktijkv / m

  1. (misdaad) oplichting waarbij criminelen zich gedurende een beperkte tijd voordoen als een legitieme onderneming waarin mensen hun geld kunnen belegen
    • Hij had de helft van zijn spaargeld gestoken in een Nigeriaanse goudmijn, maar dat bleek een boilerroompraktijk te zijn. 
  • Het meervoud "boilerroompraktijken" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het meervoud van "boilerroompraktijk".