boerenkinkel
- boe·ren·kin·kel
- samenstelling van boer en kinkel met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenkinkel | boerenkinkels |
verkleinwoord | - | - |
de boerenkinkel m
- (scheldwoord) (pejoratief) een lomperd
1. een lomperd
- Het woord boerenkinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boerenkinkel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ boerenkinkel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be