Nederlands

 
boerendorp bij nacht
Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ren·dorp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boerendorp boerendorpen
verkleinwoord boerendorpje boerendorpjes

Zelfstandig naamwoord

het boerendorpo

  1. een kleine nederzetting waar mensen voornamelijk werkzaam zijn in de agrarische sector
     Fischer woont, op zijn studententijd na, zijn hele leven in Lech. Zijn ouders begonnen in 1959 pension Aurora. Lech was nog een boerendorp, het toerisme werd net ontdekt. Het toenmalige koningspaar, Juliana en Bernhard, ging een jaar eerder nog naar het lagergelegen Sankt Anton op wintersport.[2]
     Tijdens het liften naar het boerendorp Trout Lake, verscholen in de bergen van Washington, werd ik opgepikt door een vriendelijke, oude man in een versleten tuinbroek, houthakkersoverhemd en een pistool aan zijn riem. Er klonk countrymuziek uit zijn autoradio en hij nodigde mij uit om een nacht in zijn guesthouse in de tuin te blijven logeren.[3]
     Na de bevrijding in 1945 kwam de vliegmaatschappij Cogéa naar Keerbergen. Dit betekende de start van de transformatie van een rustig boerendorp naar een toeristisch ontspanningsoord.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Jeroen Schmale
    “'In Lech is de hemel dichterbij'” (11-01-2017), Tubantia
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Weblink bron “Meer van Keerbergen”, Wikipedia