boekweittaart
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boekweittaart (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbukwɛiˌtart / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- boek·weit·taart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boekweit zn en taart zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boekweittaart | boekweittaarten |
verkleinwoord | boekweittaartje | boekweittaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kookkunst) gebak gemaakt uit boekweitmeel (vermalen graankorrels van Fagopyrum_esculentum )
- ▸ Van koek met spek en tafelbier tot boekweittaart: bij deze adresjes kan je terecht voor de lekkernij.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'boekweittaart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Rudi Smeets“Trek in boekweitpannenkoek? Bij deze adresjes in Limburg kom je aan je trekken” (28 oktober 2021) op hbvl.be