blussingwerk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- blus·sing·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blussing en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blussingwerk | blussingwerken |
verkleinwoord | blussingwerkje | blussingwerkjes |
Zelfstandig naamwoord
het blussingwerk o
- het blussen (van een brand)
Vertalingen
1. het blussen (van een brand)
Gangbaarheid
- Het woord 'blussingwerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.