bloemkooloor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bloem·kool·oor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bloemkool en oor [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloemkooloor | bloemkooloren |
verkleinwoord | bloemkooloortje | bloemkooloortjes |
Zelfstandig naamwoord
het bloemkooloor o
- (medisch) misvorming aan de oorschelp door beschadiging van het kraakbeen waardoor dit het bolle uiterlijk van een bloemkool krijgt, vooral voorkomend bij vechtsporten als boksen en rugby.
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord bloemkooloor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.