bloedgever
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bloedgever (hulp, bestand)
- IPA: / ˈblutxevər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- bloed·ge·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloedgever | bloedgevers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bloedgever m
- iemand die eigen bloed afstaat voor bloedtransfusie
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bloedgever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bloedgever" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be