• bloed·drup·pel
enkelvoud meervoud
naamwoord bloeddruppel bloeddruppels
verkleinwoord bloeddruppeltje bloeddruppeltjes

de bloeddruppelm

  1. een druppel bloed; een kleine hoeveelheid bloed
     Een nieuwe emoji, de bloeddruppel, moet het makkelijker maken om te praten over ongesteldheid. Vooral op de basisschool moet er meer over worden gesproken. Basisscholen moeten het volgens deskundigen beter regelen voor jonge meisjes.[2]
     Bovendien is in het restaurant een bloeddruppel gevonden die volgens dna-onderzoek van een onbekende persoon van Aziatisch-Oceanische afkomst is. Het hof concludeerde ten onrechte dat die druppel niets met de moord te maken kan hebben, zegt Harteveld.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'Ik moest stiekem maandverband meenemen'” (Vrijdag 5 april 2019, 21:14), NOS
  3.   Weblink bron “Advies: zaak Zes van Breda moet weer over” (Dinsdag 6 juni 2017, 14:19), NOS