blini
- bli·ni
- Leenwoord uit het Russisch, in de betekenis van ‘boekweitpannenkoekjes’ voor het eerst aangetroffen in 1996 [1]
- via Jiddisch van Russisch блины [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blini | blini's |
verkleinwoord | blinietje | blinietjes |
- (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) pannenkoekje uit boekweitmeel
- Zal ik ze gewoon blini voorzetten met ruimschoots haring, kaviaar en zalm?[3]
- ↑ "blini" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Sylvia Witteman in de Volkskrant van 21 december 2010, blz. 18
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord blini staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.