blauwvleugeluil
- (IPA in voorbereiding)
- blauw·vleu·gel·uil
- samenstelling van blauwvleugel zn en uil zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwvleugeluil | blauwvleugeluilen |
verkleinwoord | blauwvleugeluiltje | blauwvleugeluiltjes |
de blauwvleugeluil m
- (vlinders) Peridroma saucia een nachtvlinder uit de familie van de Noctuidae, de uilen. De vlinder heeft een voorvleugellengte van 19 tot 23 millimeter. De vlinder dankt zijn naam aan de achtervleugel die een parelmoerachtige blauwige glans heeft. De voorvleugels zijn nogal variabel. De soort komt voor in Zuid- en Midden-Europa en overwintert als rups
- Het woord 'blauwvleugeluil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.