blauwvleugel
- blauw·vleu·gel
- samenstelling van blauw en vleugel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwvleugel | blauwvleugelen blauwvleugels |
verkleinwoord | blauwvleugeltje | blauwvleugeltjes |
de blauwvleugel m
- dier (vogel) met een blauwe vleugel
|
- Het woord 'blauwvleugel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.