blauwkroontje
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- blauw·kroon·tje
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blauw zn en kroontje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | blauwkroontje | blauwkroontjes |
Zelfstandig naamwoord
het blauwkroontje o dim. tant.
- (papegaaiachtigen) Loriculus galgulus een papegaaiachtige uit tot de familie van de papegaaien van de Oude Wereld (Psittaculidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Psittacus galgulus in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus
Hyperoniemen
- papegaaien van de Oude Wereld, papegaaiachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'blauwkroontje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.