blauw-witte vliegenvanger

Nederlands

 
Blauw-witte vliegenvanger (Cyanoptila cyanomelana)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • blauw-wit·te vlie·gen·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blauw-witte vliegenvanger blauw-witte vliegenvangers
verkleinwoord blauw-wit vliegenvangertje blauw-witte vliegenvangertjes

Zelfstandig naamwoord

de blauw-witte vliegenvangerm

  1. (zangvogels) Cyanoptila cyanomelana   een vogel uit de familie van de vliegenvangers (Muscicapidae  ). Tot 2012 was dit een monotypisch geslacht. De vogel broedt in Oost-Azië en overwintert in Zuidoost-Azië
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie