• blad·vorm
enkelvoud meervoud
naamwoord bladvorm bladvormen
verkleinwoord - -

de bladvormm [1]

  1. (plantkunde) de globale omtrek, bladoppervlak, bladrand, bladtop, bladvoet, bladsteel, mate van insnijding, nervatuur en samengesteldheid van de bladeren van zaadplanten (kruidachtige planten, struiken, loofbomen en naaldbomen)