bladvorm
- blad·vorm
- samenstelling van blad zn en vorm zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bladvorm | bladvormen |
verkleinwoord | - | - |
- (plantkunde) de globale omtrek, bladoppervlak, bladrand, bladtop, bladvoet, bladsteel, mate van insnijding, nervatuur en samengesteldheid van de bladeren van zaadplanten (kruidachtige planten, struiken, loofbomen en naaldbomen)
- Het woord bladvorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.