Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blaas·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blaassteen blaasstenen
verkleinwoord blaassteentje blaassteentjes

Zelfstandig naamwoord

de blaassteenm

  1. (medisch) steen in de urineblaas die bestaat uit slecht oplosbare stoffen die in de urine voorkomen
     Blaassteen ontstaat uit afvalstoffen van urine, zoals oxalaat- en urinezuur. Zo’n steen is enkele millimeters tot een paar centimeter groot en ontstaat onder meer bij mensen die niet goed uitplassen of oneffenheden in de blaas hebben.[3]
     Er lopen bij Minimax drie dierenartsen rond. Medicijnen worden tegen kostprijs voorgeschreven, een ingreep kost gemiddeld de helft minder. Volgens specialist Diana van der Star zit de wachtkamer altijd vol. „We voeren bijna alle behandelingen uit, zoals staartamputaties, blaassteen en tumoren verwijderen. „Behalve botbreuken. Dieren met breuken sturen we door naar de specialist.”[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. blaassteen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron
    Carin Röst
    “Stenen in je lichaam: wat te doen tegen welke steen?” (30-01-2019), Tubantia
  4.   Weblink bron
    Jaap Kanters
    “Ingreep Bobbie kost een prikkie” (21 maart 2008), Reformatorisch Dagblad