• bis·schops·stad
enkelvoud meervoud
naamwoord bisschopsstad bisschopssteden
verkleinwoord bisschopsstadje bisschopsstadjes

de bisschopsstadv / m

  1. (religie) plaats waar een bisschop zetelt
     Het surrealisme werd in de loop van de jaren twintig wel gesignaleerd door kranten. Dat was de inspiratie voor Moesman, inwoner van bisschopsstad Utrecht. Hij kon zijn antikatholieke emoties laten gaan op doek.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Surreële werelden in Utrecht” (Vrijdag 14 februari 2014, 13:26), NOS