• bis·que
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘soep van vis of kreeft’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bisque bisques
verkleinwoord - -

de bisquev / m

  1. (voeding) (kookkunst) gebonden soep van schaal- of schelpdieren, bij voorbeeld kreeft, krab, langoustine of garnalen dus schaaldierensoep


  • bisque
enkelvoud meervoud
bisque bisques

bisque v

  1. (kookkunst) schaaldierensoep