Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bis·marck·riet·vink
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bismarckrietvink bismarckrietvinken
verkleinwoord bismarckrietvinkje bismarckrietvinkjes

Zelfstandig naamwoord

de bismarckrietvinkv / m

  1. (zangvogels) Lonchura melaena   een zangvogel uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae  ). Deze soort komt voor op de Bismarck-archipel en de Salomonseilanden en telt 2 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie