bismarckhoningvogel
- (IPA in voorbereiding)
- bis·marck·ho·ning·vo·gel
- samenstelling van Bismarck en "groep eilanden ten noordoosten van en behorend tot Papoea-Nieuw-Guinea" en honingvogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bismarckhoningvogel | bismarckhoningvogels |
verkleinwoord | bismarckhoningvogeltje | bismarckhoningvogeltjes |
de bismarckhoningvogel m
- (zangvogels) Dicaeum eximium een zangvogel uit de familie Dicaeidae (bastaardhoningvogels). Deze soort is endemisch op de Bismarck-archipel en telt 3 ondersoorten
- Het woord 'bismarckhoningvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.