biochemicus
- Geluid: biochemicus (hulp, bestand)
- bio·che·mi·cus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biochemicus | biochemici |
verkleinwoord | biochemicusje | biochemicusjes |
de biochemicus m
- (beroep) een wetenschapper die de biochemie beoefent
1. een wetenschapper die de biochemie beoefent
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord biochemicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.