binnenwerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: binnenwerk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bin·nen·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van binnen en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenwerk | binnenwerken |
verkleinwoord | binnenwerkje | binnenwerkjes |
Zelfstandig naamwoord
het binnenwerk o
- interieur, het inwendige van een product, dat wat niet tot de omslag behoort
- De jongen haalde de wekker uit elkaar want hij wilde het binnenwerk bestuderen.
Gangbaarheid
- Het woord binnenwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binnenwerk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be